maandag 10 november 2008

Credo: MUZIEK MOET JE MAKEN!

Ik geloof dat vrijwel iedere leerling muziek wil leren maken.
Om dit te bereiken heeft hij/zij het volgende nodig:
- een goede docent
- orde en concentratie in de klas
- een doorlopende leerlijn; een rode draad (eventueel d.m.v. boek)
- kennis van notatie en de basis van de algemene muziekleer (ritme, maatsoorten e.d.)
- uitdagende, aansprekende opdrachten, presentatiemomenten en opbouwende feedback

Ten eerste vind ik het belangrijk dat de leerling komt tot muzikale producten. Dit is mijn uitgangspunt. Ik kies ervoor dit aan de hand van basiskennis van notatie en algemene muziekleer te doen, omdat het muzikale product op die manier bewuster tot stand wordt gebracht, (naar ik vermoed) van hogere kwaliteit zal zijn en omdat er op die manier ook beter op te reflecteren is.
Ten tweede geloof ik dat het belangrijk is om bewust te leren luisteren naar muziek. Dit is namelijk erg belangrijk bij samenwerking, bij het reflecteren op het eigen functioneren als muzikant, bij het improviseren en bij het zelfstandig musiceren op een instrument: vaardigheden die ik allemaal erg belangrijk vind.
Ten derde is het ook de bedoeling dat de leerling leert te presenteren. Hierbij spelen verschillende factoren mee: zelfvertrouwen, gevoel voor podium en betekenis/tekstinterpretatie.
Tot slot wil ik aandacht besteden aan de context en de geschiedenis van de muziek. De leerling leert zo verschillende stijlen in de popmuziek onderscheiden (weet bijvoorbeeld wat reggae is) en maakt kennis met enkele grote componisten. Dit, samen met de kennis van de algemene muziekleer, helpt de leerling om een genuanceerd en onderbouwd waardeoordeel te formuleren over muziek. De leerling leert ook om de betekenis van muziek te vertalen in woord, beeld en/of een andere kunstvorm.

Mijn muur ziet er zo uit:
Onderste laag:
• De leeling kan alleen en in samenwerking met anderen komen tot muzikale producten.
• De leerling kan muziek maken aan de hand van traditionele notatie en/of akkoordsymbolen.

2e laag:
• De leerling leert bewust te luisteren naar muziek
• De leerling leert zelf zelfstandig te musiceren op een instrument.
• De leerling kan via improvisatie komen tot nieuwe muzikale ideeen
• De leerling kan reflecteren op zijn eigen functioneren als muzikant.
• De leerling kent de basis van de Algemene Muziekleer.

3e laag:
• De leerling kan een muzikale presentatie geven met zelfvertrouwen en gevoel voor podium
• De leerling leert zijn stem goed en betekenisvol (tekst-interpretatie) te gebruiken

Bovenste laag:
• De leerling kent de grote historische lijnen van de klassieke en/of populaire muziek, m.a.w.: de leerling kent de context van een bepaald muziekstuk.
• De leerling kan een genuanceerd en onderbouwd waardeoordeel formuleren over muziek
• De leerling kan de betekenis van muziek vertalen in woord, beeld en/of een andere kunstvorm
• De leerling kan muziek gebruiken om zijn innerlijke wereld te vertalen


Geen opmerkingen: